Oorsprong – gebruik | Duitsland – werkhond |
Classificatie F.C.I. | Groep 2 Pinscher en Schnauzer – Berghonden en veedrijvers. Sectie 2.2 Molossers, Bergtype. Met werkproef. |
Kort historisch overzicht | De Hovawart is een zeer oud Duits gebruikshondenras. De naam stamt uit het middel hoog Duits: Hova = de hof (boerenerf) en wart = de waker. Sinds 1922 werd dit ras door gebruik van in type op elkaar lijkende honden, die men op boerderijen nog vond, opnieuw teruggefokt. Bovendien werden kruisingen gedaan met Duitse Herdershonden, New Foundlanders, Leonbergers en andere hondenrassen in de eerste jaren van de fokkerij. Door sterke selectie werd het oorspronkelijke gebruikshondentype weer bereikt.
In het land van oorsprong wordt grote waarde gehecht aan de gezondheidstoestand van de Hovawart. In het bijzonder is de heupdysplasie door jarenlange selectie op HD-vrije dieren, teruggedrongen tot een klein percentage. Verwacht wordt dat deze aandacht in alle Hovawart-Fokverenigingen navolging vindt. |
Algemeen voorkomen | De Hovawart is een krachtige, middelgrote gestrekte, langharige gebruikshond. De verschillen tussen de geslachten zijn in het bijzonder aan de vorm van het hoofd en de lichaamsbouw duidelijk herkenbaar. |
Lichaamsverhoudingen | De lichaamslengte bedraagt 110% tot 115% van de schofthoogte. |
Gedrag en karakter | Hij is een erkende werkhond voor veelzijdig gebruik. Van aanleg evenwichtig en goedaardig bezit hij : beschermdrift, vechtdrift, zelfverzekerdheid en belastbaarheid, middelmatig temperament en een zeer goede neus. Zijn harmonisch op elkaar afgestemde lichaamsverhoudingen en een bijzondere binding met zijn familie maken hem in het bijzonder tot een uitmuntende begeleidings-, waak-, verdedigings-, reddings- en speurhond. |
top | |
Hoofd | De neusrug is recht en vormt een parallel met de schedel. De voorsnuit en de schedel zijn ongeveer even lang. De hoofdhuid ligt strak aan. |
Schedel: Het krachtige hoofd heeft een brede, gewelfde schedel. | |
Stop: Goed herkenbaar. | |
Neus: De neusgaten zijn goed ontwikkeld. Bij zwartblonde en zwarte honden is de pigmentering zwart; pigmentering bij blonde honden is zwart, wisselneus toegestaan. | |
Voorsnuit: Krachtig; zowel van opzij alsook van bovenaf gezien “verjüngt sich wenig” (wordt naar de neusspiegel toe smaller). | |
Lippen: De lippen liggen goed aan. | |
Tanden/gebit: De Hovawart heeft een volledig, krachtig schaargebit met 42 tanden volgens de tandformule. De tanden staan kaarsrecht in de kaak. Tanggebit is toegestaan. | |
Ogen: De ogen zijn ovaal, noch uitpuilend noch diepliggend. De kleur is donker – tot middelbruin. De oogleden sluiten strak aan. | |
Oren: De los aanliggende driehoekige hangende oren zijn hoog en wijd uit elkaar staand aangezet, verbreden optisch de schedel en reiken in hun lengte tot minstens de mondhoek. De punt is licht afgerond. In ruststand liggen ze vlak aan, bij alertheid kunnen ze wat naar voren gericht gedragen worden. De voorkant ligt ergens in het midden tussen de ogen en het achterhoofdsbeen. | |
Nek | De krachtige nek is middellang, en de keelhuid ligt strak aan. |
Lichaam | Rug: De rug is recht en stevig. |
Lendenen: De lendenen zijn krachtig en wat langer als het bekken. | |
Bekken: Het bekken is licht afvallend en middellang. | |
Borst: De borst is breed ,diep en krachtig. | |
Staart | De bossig behaarde staart reikt tot onder het spronggewricht, maar niet tot de grond. Hij wordt afhankelijk van de stemming van de hond tot over de rug omhoog gezwaaid of omlaag hangend gedragen. |
top | |
Ledematen | Voorhand : De voorpoten zijn krachtig en van voren en van opzij gezien kaarsrecht gesteld. |
Schouders: Zeer goed bespierd. Het schouderblad is lang en goed schuin terug liggend. | |
Opperarm: Lang en ligt dicht tegen het lichaam aan. | |
Ellebogen: Goed aanliggend aan de borstkas. | |
Voorvoetwortelgewricht: Krachtig. | |
Voormiddelvoet: Matig schuin gesteld. | |
Achterhand : De achterpoten zijn krachtig en van achteren gezien, kaarsrecht gesteld. De achterhand is goed gehoekt. | |
Boven- en onderschenkel: Zeer goed bespierd. | |
Spronggewricht: Krachtig en goed laag gesteld. | |
Voeten : De voeten zijn rondachtig, krachtig en compact. De tenen zijn gewelfd en sluiten nauw aan, aan elkaar. Wolfsklauwen zijn te verwijderen, met uitzondering in die landen, waar dit bij de wet verboden is. De teennagels bij zwartblonde en zwarte honden zijn zwart gepigmenteerd. De teennagels bij blonde honden kunnen minder gepigmenteerd zijn. | |
Gangwerk | De Hovawart beweegt zich in alle gangen van voren en achteren gezien rechtlijnig en ruim uitgrijpend. De draf is ver uitgrijpend met goede stuwing vanuit de achterhand. |
Huid | De huid is in totaal strak aanliggend. Bij zwartblonde en zwarte honden heeft de huid een blauwachtige schijn, bij blonde een meestal roze schijn. |
top | |
Beharing | Het krachtige lange haar is licht golvend en aanliggend, met weinig onderwol. Het is langer aan de borst, aan de buik, de achterkant van de voorpoten, aan de achterkant van de bovenschenkel en de staart. Aan het hoofd, aan de voorkant van de voorpoten en de voorkant van de achterpoten is het haar kort. Het haarkleed is gesloten.
De Hovawart is er in drie kleuren: zwartblond, zwart en blond. |
Zwartbruin : De beharing is zwart en glanzend, de kleur van de aftekening middelblond. Aan het hoofd begint de aftekening onder de neusrug en reikt om de mondhoek tot in de keelaftekening (slabbetje). De puntvormige aftekeningen boven de ogen zijn duidelijk zichtbaar. De borstaftekening bestaat uit twee naast elkaar liggende vlekken, die met elkaar verbonden kunnen zijn. Aan de voorpoten reiken de aftekeningen, van opzij gezien, van de tenen tot ongeveer de pols en lopen aan de achterzijde in hoogte tot de ellebogen uit. Aan de achterpoten is van opzij gezien de aftekening onder het spronggewricht als brede streep, boven het spronggewricht alleen als smalle streep zichtbaar, aan de voorzijde van de achterpoten reikt de aftekening in hoogte tot aan de buik. Ook onder de staartaanzet is een aftekening aanwezig. De aftekening is op alle plaatsen helder begrensd. Enkele kleine witte vlekken aan de borst, alsook enige witte haren aan de tenen en de staartpunt zijn toegestaan. De pigmentatie aan oogleden, neusspiegel, lippen en voetzolen is zwart. | |
Zwart : De beharing is zwart en glanzend. Enkele kleine witte vlekken aan de borst, alsook enige witte haren aan de tenen en de staartpunt zijn toegestaan. De pigmentatie aan oogleden, neusspiegel, lippen en voetzolen is zwart. | |
Blond : De beharing is middelblond, glanzend en wordt naar de buik en aan de poten lichter (Aufhellung). Enkele kleine witte vlekken aan de borst, alsook enige witte haren aan de tenen en de staartpunt zijn toegestaan. De pigmentatie aan oogleden, neusspiegel, lippen en voetzolen is zwart. | |
Grootte | Schofthoogte reuen : 63 – 70 cm Schofthoogte teven : 58 – 65 cm. |
Fouten | Iedere afwijking van de hiervoor genoemde punten moeten als fout gezien worden,waarbij de waardering in juiste verhouding met de afwijking moet staan. |
top | |
DISKWALIFICERENDE | |
FOUTEN | |
Algemene verschijning | Honden die in fenotype niet aan de rasstandaard voldoen. Sterk reuachtige teven. Sterk teefachtige reuen. Sterk afwijkende lichaamsverhoudingen. |
Gedrag en karakter | Agressieve, angstige, schotschuwe of lethargische honden. |
Hoofd | Ontbrekende stop. Blauw oog of berkenoog. Staande-, tip-, of rozenoren, of afstaande oren. Bovenvoor-, ondervoor-, of kruisgebit. Ontbreken van meer dan twee tanden van de 4 PM1 en de 2 M3, of ontbreken van een van de andere tanden. |
Nek | Sterk ontwikkelde wammen of veel losse keelhuid. |
Lichaam | Sterk aflopende of sterk opgetrokken rug. Smalle of tonvormige borst. Afwijking aan de staartwervels, sterk verkorte staart of sterk ontwikkelde ringstaart. |
Ledematen | Honden met een sterk verhoogde achterhand (overbouwd). |
Beharing | Overwegend gekrulde beharing (ringvormige krullen). |
Kleuren die niet in de standaard beschreven zijn, b.v. blauwgrauw , wildkleur, bruin, wit, gevlekt, blond met roodachtige schijn, of overwegend haar met meerdere kleuren.
Witte vlekken : enkele witte haren aan de binnenkant van de bovenschenkel leiden niet tot uitsluiting van de fokkerij. |
|
Zwartbruine honden | Grauwe of bruine vlekken buiten de “marken”aftekeningen. Overwegend anderskleurige dan zwarte onderwol. Overwegend grauwe of witachtige aftekeningen. |
Zwarte honden | Grauwe of bruine vlekken. Overwegend anderskleurige dan zwarte onderwol. |
Blonde honden | Enkele witte haren op de neusrug leiden niet tot uitsluiting van de fokkerij. Voornamelijk roodblonde kleur zonder Aufhellung. Kleur witachtig blond met net zulke oren. Duidelijk witte “marken”aftekeningen. Donkere vlekken of donker masker. |
Grootte | Ondergrootte. Overgrootte van meer dan 3 cm. |
Opmerking | Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde teelballen hebben, die zich geheel in het scrotum bevinden. |